Uitgekozen
In Deuteronomium 7:6 lezen we dat Israël door de HEER is uitgekozen om, ‘anders dan alle andere volken op aarde, Zijn kostbaar bezit te zijn’. Die uitverkiezing van Israël is niet iets vrijblijvends, zo heeft de geschiedenis uitgewezen. En dat zal er ongetwijfeld de reden van zijn dat Israël liever was en is ‘zoals alle andere volken’ [1 Samuel 8:5]. Maar voor God is dat geen optie.
Ezechiël 20:32 [HSV/EV] – Wat in je geest opgekomen is, zal zeker niet gebeuren, namelijk dat je zegt: Laten wij als de heidenvolken en als de families in die landen worden, die goden van hout en steen vereren!
Omwille
Ondanks Israëls streven – tot op de dag van vandaag – te worden ‘als de heidenvolken’ en bij de wereld te horen, zal God ervoor zorgen dat het voor Zijn volk nooit een succes wordt wanneer het zich ‘verbindt met andere naties’ [Numeri 23:9]. Want de HEER van de hemelse machten heeft het volk van Israël juist van de andere volken afgezonderd om door dit volk Zijn luister te tonen aan de wereld [Jesaja 60:21]. Het is zelfs omwille van Zijn majesteit dat Hij Israël heeft geschapen, gemaakt en gevormd [Jesaja 43:7; Psalm 96].
En daarom heeft God Zijn altoosdurend verbond met het volk Israël nooit verbroken, hoewel daar genoeg reden voor is geweest, want telkens weer keerde het volk zich af van de HEER, zijn God, en verliet het Zijn verbond.
Jesaja 65:2-3 – Heel de dag sta Ik met uitgestoken handen tegenover een opstandig volk, dat op de verkeerde weg is en zijn eigen ingevingen volgt. Een volk dat Mij openlijk tergt, telkens opnieuw (…).
Woede
Steeds weer ging Israël in de fout en maakte ze de HEER, hun God, woedend met hun opstandigheid, hun overtredingen en hun wandaden. Ze maakte God zelfs ‘zo kwaad, zo woedend, zo razend’ dat Hij hen van hun eigen grond wegrukte en naar andere landen wegslingerde, zoals Mozes al had voorzegd nog vóór ze het Beloofde Land introkken [Deuteronomium 29:27].
Liefde
Maar groter dan Gods toorn, is Zijn liefde voor Zijn volk en Zijn trouw aan hen [Jesaja 12:1; Ezechiël 16:42].
Micha 7:18 – Wie is een God als U, die schuld vergeeft en aan zonde voorbijgaat? U blijft niet woedend op wie er van Uw volk nog over zijn; liever toont U hun Uw trouw.
En daarom lezen we ook telkens dat, wanneer God Zijn volk een straf aanzegt vanwege hun opstandigheid, Hij zich daarna weer over hen zal ontfermen [Psalm 102:14; Jesaja 14:1; Deuteronomium 30:3]. God blijft dus niet boos; aan Zijn straf komt een einde. Zou dat niet zo zijn, dan zou Israël – en wij allemaal – voorgoed van de Bron van levend water verstoken blijven.
Maar in tegenstelling tot Gods toorn en Zijn straf, kent Zijn liefde geen einde.
Jesaja 54:8 – Ik verborg Mijn gezicht voor je in laaiende toorn, één ogenblik lang, maar Ik zal Me weer over je ontfermen met eeuwigdurende liefde, zegt de HEER , die je vrijkoopt.
God kan niet anders. Zo is Hij in Zijn wezen [1 Timoteüs 2:4]. En het volk van Israël – als Gods eerstgeboren zoon [Exodus 4:22] – mag daar als eerste van horen.
Jesaja 43:25 – Ik, Ik ben het, die omwille van zichzelf je misdaden tenietdoet en je zonden vergeet.
In de psalmen getuigt Israël veelvuldig van de genade die het volk ten deel is gevallen: dat de HEER hen niet straft naar hun zonden, hen niet vergeldt naar hun schuld [Psalm 103:10], maar hun zonden bedekt, omwille van Zijn heilige Naam [Psalm 79:9].
En door het volbrachte werk van Jeshua, geldt dat ook voor ons, gelovigen uit de heidenen, die door Hem bij Israël worden geteld [Psalm 87:6, NBG; Romeinen 8:3; 1 Johannes 4:10].
Genezing
Maar niet alleen belooft God Zijn volk dat Hij hun zonden zal vergeven en nooit meer zal denken aan wat ze hebben misdaan [Jeremia 31:34, 33:8, 50:20], Hij belooft hen ook te genezen. Hij zal hen – in geestelijke zin – genezen van hun zonde en hun afvalligheid [Jesaja 57:18-19; 1 Petrus 2:24].
Jeremia 3:22 – Kom terug, afvallige kinderen, ik zal jullie genezen van je ontrouw. Dan zullen jullie zeggen: “Hier zijn we, wij komen bij u terug, want u bent de HEER, onze God.”
Jesaja 53:5-6 – Om onze zonden werd Hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd Hij getuchtigd, Zijn striemen brachten ons genezing. (…) de wandaden van ons allen liet de HEER op Hem neerkomen.
Hij zal hen – in figuurlijke zin – genezen van de ellende en de rampspoed die hen heeft getroffen, omdat ze de HEER ontrouw waren geworden [Jesaja 51:19; Klaagliederen 2:13].
Jeremia 30:17 – Weet dat Ik je zal genezen, Ik zal je wonden helen – spreekt de HEER – ook al noemt men je Verworpene en zegt men: “Naar Sion kijken we niet meer om.”
En Hij zal hen – in letterlijke zin – genezen van al hun ziekten en hun lijden.
Lucas 6:18-19 – Ze waren gekomen om naar Hem te luisteren en zich van hun ziekten te laten genezen; ook degenen die gekweld werden door onreine geesten werden genezen, en de hele menigte probeerde Hem aan te raken, want er ging een kracht van Hem uit die allen genas.
Volmaakt
De verlossing die God heeft beloofd is volmaakt: die leven onder ‘de wet van de zonde en de dood’, zullen worden gereinigd en bevrijdt [Ezechiël 37:23; Romeinen 8:2]; die leven in angst, in nood of in doodsgevaar, zullen worden gered [Psalm 33:19, 50:15]; die ziek zijn, zullen genezing ontvangen [Jesaja 33:24; Lucas 4:40]; en aan hen die worden onderdrukt of vervolgd of die onrecht wordt aangedaan, zal recht worden gedaan [Deuteronomium 32:36; Psalm 72:4].
Werkelijkheid
Hoe dichter we bij het einde komen, hoe luider de roep naar de Vader. Want alleen Hij kan verlossing brengen. En Hij zál ook verlossing brengen, door de Zoon, die, bekleed met macht en grote luister en omringd door ontelbare engelen, zal wederkomen op de wolken des hemels, om Zijn Koninkrijk te grondvesten [Mattheüs 24:30-31; Openbaring 1:7].
Op die laatste dag van de wereldtijden zal de overwinning, die de Zoon eertijds heeft behaald, een zichtbare werkelijkheid worden voor Israël en voor de mensen die de Vader Hem heeft gegeven [Johannes 17:9]. Dan zullen allen die Hem toebehoren en die – in welke zin dan ook – genezing nodig hebben, genezing ontvangen, hoe groot en diep hun wonden ook zijn.
Maleachi 3:20 [EV] – Maar voor jullie die ontzag hebben voor Mijn naam, zal de Zon der gerechtigheid opgaan; onder Zijn vleugels zal genezing zijn. (…)
Bas van Twist, augustus 2021
Wat zou het mooi zijn als je ook met de titel van predikant op de kansel mag komen staan., dan je wel voor het licht dat je laat schijnen over Gods woorden van vergeving en genezing.